De Zwitserse aanvraag was one of a kind, stelt interieurarchitect Pascal Snitjer van Decoproject, die de megaopdracht samen met een Duitse projectmanager en accountmanager van het begin tot het einde leidde. De opdracht was om inhoudelijke en praktische redenen een interessante uitdaging voor de Doetinchemse specialist in winkelinterieurs.
Hoogwaardige uitstraling
Bike World was tot vorige nazomer eigendom van supermarktketen Migros. Na de overname van de keten wilde fietsfabrikant Thömus de vestigingen rigoureus veranderen. Het bedrijf wenste een winkelconcept met een hoogwaardige, kwaliteitsvolle uitstraling, aandacht voor duurzame elementen en voldoende ruimte voor zowel de eigen merken Thömus en Twinner als voor premiummodellen van andere fietsfabrikanten. Denk daarbij aan Stromer, Scott, Trek en Cresta.
Tegelijkertijd zat er behoorlijke druk op de ketel, want elf van de overgenomen winkels moesten ruim vóór de start van het nieuwe seizoen om naar het nieuwe retailconcept. Tussen de eerste schets voor de pitch en de daadwerkelijke uitvoering zat minder dan vijf maanden. De fysieke ombouw van alle filialen duurde slechts tien dagen. Decoproject schakelde 75 interieurbouwers in om de overgang op een consistente manier en naar wens van de klant uit te kunnen voeren.
Twee voor twaalf
Het had maar weinig gescheeld of Decoproject had de opdracht niet gekregen. Pas twee voor twaalf werd het Doetinchemse interieurbedrijf met een nevenvestiging in Xanten (Duitsland) uitgenodigd voor een pitch. Relatiemanager Ronnie van Bindsbergen kent Thömus-eigenaar Thomas Binggeli uit hun gezamenlijke tijd bij Stromer en hoorde nét op tijd over de vernieuwingsplannen.
“Twee andere interieurspecialisten uit Duitsland en Zwitserland hadden hun ideeën al gepresenteerd. Pas begin oktober kregen we te horen dat de deur nog op een kier stond en dat we als derde partij een pitch mochten doen. Op maandagochtend zijn we aan de hand van de wensen van Thömus Bike World begonnen met een voorstel en op vrijdag was dat klaar. Op zaterdagochtend hebben we dat via Teams succesvol gepresenteerd”, zegt Snitjer trots.
Tweede leven
De belangrijkste pijlers van het nieuwe concept zijn volgens hem de routing, de beleving en het materiaalgebruik. “Hoewel de winkels verschillend zijn qua vorm, hebben we op elke locatie een krachtige route in het midden gecreëerd middels een soort catwalk van donkerblauw tapijt. Precies daarboven hangen lamellen van PET-felt. Die verlagen het plafond en zorgen voor een goede akoestiek en duidelijke zichtlijn van de entree naar de achterkant waar de servicebalie en werkplaats zitten. Wij vinden dat belangrijk, want mensen kijken bij binnenkomst altijd naar het achterste punt. Daar ligt heel veel focus op en je ziet bovendien goed wat je onderweg tegenkomt.”
Bij het ontwerp van het winkelconcept heeft Decoproject werk gemaakt van duurzaam materiaalgebruik. Een groot deel van het oude meubilair bleek nog goed genoeg en is opnieuw verwerkt. “De eilanden in de oude winkels waren van underlayment. Dat vergeelt en wordt na verloop van tijd viezig. We hebben ze opnieuw geschilderd en zo een tweede leven gegeven. Deze duurzame benadering past heel goed bij de nieuwe merkidentiteit van Thömus Bike World.”
Ontmoetingsplaats
Ook bij de compleet nieuwe elementen zijn duurzame keuzes gemaakt. “In Nederland zijn we het gewend om met melamineplaten te werken. Je kiest het kleurtje van de melaminelaag en die wordt op de spaanplaat verlijmd. Daarvan maak je meubels en balies. Maar Thömus wilde dat niet. Want de kunststof toplaag kun je niet meer van de spaanplaat scheiden, wat recycling onmogelijk maakt. Thömus wilde juist echte materialen. Zoals echt hout. Niet alleen de meubels zijn daarvan gemaakt, maar ook de entree. Je komt de winkels binnen in een tunnel van hout en daarmee lijken ze heel erg op het hoofdkantoor in Oberried. De sfeer is gelijk.”
Beleving blijkt uit de ‘Dorfplatz’. Elke winkel heeft ongeveer een kwart van het oppervlak gereserveerd voor een ontmoetingsplaats voor onder meer wielerclubs en fietsliefhebbers. “Er zijn regelmatig evenementen en activiteiten en er is continu een trek richting de winkel, puur doordat de beleving centraal staat. Dat maakt Thömus Bike World bijzonder en wezenlijk anders. Het is niet een standaard winkel waar je binnenkomt en zegt: ‘Laat eens een paar fietsen zien’. Het is echt een ruim opgezette winkel waar je graag rondloopt en aanklopt voor heel goed advies. Je hebt bijvoorbeeld het Thömus Lab. Daar word je opgemeten en kun je je fiets helemaal op maat laten maken.”
Elke fiets een eiland
Snitjer stelt dat Thömus op het gebied van beleving verder gaat dan de meeste Nederlandse fietswinkelconcepten, uitzonderingen daargelaten. “Thömus streeft naar optimale gastvrijheid en beleving. Daarom investeren zij intensief in de ‘Dorfplatz’ waardoor er een hechte community ontstaat. In Nederland zijn we vaak wat praktischer en zeggen we eerder: ‘Leuk, zo’n ontmoetingsruimte, maar ik plaats toch liever tien extra fietsen want dat is gewoon omzet’.”
Tegelijkertijd ziet Snitjer dat ook in Zwitserland veranderingen gaande zijn qua winkelinterieur en -inrichting en dat beleving niet altijd een vanzelfsprekendheid is geweest. “Ken je de oude Halfords-winkels van vroeger nog? In de oude Bike Worlds stonden ook gewoon honderden fietsen per winkel op elkaar gestapeld. Dat wilde Thömus dus absoluut niet. Elke fiets staat als het ware op een fluwelen kussentje en heeft zijn eigen eiland. Daar wordt veel uitleg bij gegeven. De fietsen krijgen daardoor unieke aandacht.”
Meer betrokkenheid
Wat Nederlandse retailers van het Zwitserse winkelconcept kunnen leren? “Vooral van de manier waarop kwaliteit en beleving voorrang krijgen en de klantenkring wordt betrokken. Je winkel is meer dan alleen de plek waar je fietsen verkoopt. Je ontmoet er klanten, hebt persoonlijke gesprekken met hen. Het maakt niet uit of het vaste of toekomstige klanten zijn. Thömus Bike World heeft een gemiddeld grote kinderhoek, want kinderen groeien nou eenmaal en hebben op een gegeven moment iets nieuws nodig. En met de vele evenementen spreek je ook nieuwe doelgroepen aan.”