Wim Landewé won in het verleden twee keer de titel in de verkiezing Tweewielerwinkel van het Jaar: in 2002 met de hoofdvestiging en in 2008 met de vestiging Enschede-Zuid. Wim is een actieve man: naast de twee winkels was hij jaren bestuurslid van BOVAG. In 2008 richtte hij samen met Karel van Vuuren de retailformule Fietscity op waar bij de overname door Dynamo Retail Group in 2017 11 winkels bij aangesloten waren. Nu is Wim nog actief als bestuurslid van de Gazelle Dealervereniging.
Lees verder onder de foto.
Inspiratie opdoen bij Coffeebars
Vorig jaar besloten Wim en Marian de hoofdvestiging, waar opa Landewé 93 jaar geleden begon, grondig te verbouwen. Ter inspiratie ging het stel op bezoek bij coffeebars in grote steden als Amsterdam en Antwerpen. Marian: “Daar hebben we de meeste ideeën opgedaan, niet bij fietsenwinkels. Het is voor ons belangrijk dat we ons prettig voelen in de winkel, we zijn hier tenslotte heel veel uur in de week, meer dan thuis.”
De sfeervolle inrichting werd compleet door Wim en Marian bedacht en uitgevoerd en is verrassend met onder andere grote kartonnen letters ter aanduiding van de diverse segmenten, glanzende witte tegels in de werkplaats en een gezellige koffiehoek met meerdere zitjes.
Lees verder onder de foto.
Bij de verbouwing werd de werkplaats verplaatst van achterin de winkel naar een prominente plek voorin. De werkplaats zit links naast de voordeur en door de grote ramen kunnen bezoekers van buiten in de werkplaats kijken. Alle monteurs en verkopers dragen een ambachtelijk schort met het bedrijfslogo erop.
Marian: “De monteurs moesten even een drempel over, maar nu draagt iedereen het en klanten waarderen het. We vinden het belangrijk om het ambacht uit te stralen in onze winkel.” De werkplaats is open, maar er zit wel glas voor: “Zo kunnen onze monteurs ongestoord doorwerken. Dat vinden ze prettig.”
Facts
- Vestigingsplaats: Enschede
- Ondernemers: Wim en Marian Landewé, Martijn Beumers
- Winkeloppervlak: 800 m2
- Werkplaatsoppervlak: 80 m2
- Magazijnoppervlak: 350 m2
- Aantal medewerkers: 10 fulltimers, 3 parttimers
- Locatie: rand van het centrum
Onderscheidend vermogen zoeken
Wim en Marian hebben goed nagedacht over hun onderscheidend vermogen. “Fietsen zijn veelal hetzelfde en fietsenwinkels zijn dat in principe ook. Beleving is het sleutelwoord. Daarbij zijn veel factoren belangrijk en één daarvan is de sfeer in de winkel. We hebben vooraf goed bestudeerd wie onze klanten zijn en waarom ze bij ons kopen.”
Wim vervolgt: “Aandacht is een belangrijke factor. Zowel voor de klant als voor het product. We hebben besloten dat we kiezen voor een collectie van slechts 80 verschillende fietsen. Dat is extreem weinig voor een winkel van deze omvang en dat komt de presentatie ten goede. Het blijkt dat we in staat zijn om tachtig procent van onze omzet uit die 80 fietsen te halen. Slechts twintig procent halen we uit fietsen die we niet tonen op de winkelvloer. Je hoeft dus niet veel fietsen te laten zien om er veel te verkopen. Tegen onze klanten zeggen we ‘Wij hebben alvast de beste fietsen voor u geselecteerd’ en dat werkt prima.”
Lees verder onder de foto.
Kleinere collectie, meer kennis van de producten
Het verkleinen van de collectie heeft volgens Wim nog een voordeel: “Als je je collectie verkleint, kun je van je medewerkers verlangen dat ze alles van die modellen weten. Van bandentype, tot spaken, tot actieradius, accu en ondersteuning. Dat kun je van je medewerkers verlangen als het om 80 fietsen gaat, maar niet bij 300.” Marian: “En tegenwoordig is nodig dat je alles weet: klanten zijn heel goed geïnformeerd. Het komt niet professioneel over als jij iets niet weet.”
Marian en Wim houden zich strak aan het aantal modellen dat in de winkel staat: “Er is sprake van een spanningsveld: producenten maken een collectie van 300 verschillende modellen en die willen dat jij 280 modellen in de winkel zet. Wat niet direct resulteert in meer verkoop. Het is bij ons dus een slagveld om een podiumplaats. Maar we houden ons er strak aan: op het moment dat er een fiets bijkomt, moet een andere eruit. We willen dat ruime karakter behouden, waar mensen elke fiets kunnen zien en voelen. Fietsen die bij ons in de winkel staan, worden ook niet verkocht. Elke fiets komt nieuw uit de verpakking, de fietsen die in de winkel staan, kunnen geprobeerd en getest worden en worden aan het eind van het jaar verkocht.” Marian: “Zo heb je ook altijd alle modellen staan, we willen niet dat mensen komen voor een bepaalde fiets en dat je die dan net hebt verkocht.”
Lees verder onder de foto.
Lid Bike Totaal; overtuigd van het nut
Wim Landewé is sinds de overname van Fietscity door Dynamo Retail Group (DRG) lid van Bike Totaal. In zijn Fietscity-periode hield Landewé zich regelmatig bezig met de overnames van winkels: “Ik heb gemerkt dat fietsenmakers heel graag zelf willen bepalen wat ze verkopen en –vooral- inkopen. Wat blijkt: al die fietsenmakers bepalen hun eigen collectie en als je al die collecties optelt, dan zijn ze voor 80 procent hetzelfde. Want iedereen kiest dezelfde fietsen."
"Ik ben overtuigd van het nut van een retailorganisatie als Dynamo Retail Group. Wij bepalen op rationele cijfers de beste collectie en die vullen we aan met een aantal ‘winkelopleukers’. De omzet moet komen uit die gerationaliseerde collectie. Bike Totaal/DRG weet precies wat er goed verkocht wordt. Bovendien zijn die modellen uit de kerncollectie op voorraad. We gaan voor 80/90 procent mee in wat Dynamo Retail Group ons adviseert. Op die manier zijn we in staat onze winkel per jaar iets minder dan 15 keer leeg te verkopen. Gemiddeld ligt dat in de branche rond 1 of 1,5. De omloopsnelheid in fietsenwinkels is bedroevend laag. Dat komt omdat fietsretailers geneigd zijn hun hele winkel vol te zetten met fietsen waarvan het gros nooit verkocht wordt. In onze Fietscity-tijd hebben we dat allemaal bekeken en uitgerekend. In de gemiddelde fietsenwinkels staat 25 procent van de fietsen stil. Dus je zou je winkel 200 meter kleiner kunnen maken als je die fietsen eruit haalt. Die worden het hele jaar niet één keer verkocht.”
Lees verder onder de foto.
Van 4 ballen naar jongleren met 11 ballen
Wim begon na zijn werktuigbouwkunde studie in de zaak van zijn vader. “Toen ik fietsenmaker werd en Marian nog verpleegkundige was, jongleerde mijn vader met misschien 4 ballen. Hij moest 4 ballen in de lucht houden, en was bezig met inkoop, verkoop, reparatie. De huidige fietsretailer jongleert met 11 of misschien wel 12 ballen."
Wim Landewé: "De wereld is enorm veranderd doordat de digitale wereld erbij is gekomen. Ook de marketing is veranderd. Vroeger zette mijn vader een advertentie in het voetbalblaadje en de halve amateurclub kwam bij hem een fiets kopen. Dat is niet meer. Ik heb die tijd wel eens vervloekt, maar nu verlang ik soms naar de tijd dat we tegen een klant zeiden ‘We drinken net koffie, wil je ook een kopje?’.
Verder heeft de ondernemer van nu te maken met elektrische fietsen en dat vraagt dat je kennis van zaken hebt. Je hebt te maken met 300 verschillende motorsystemen, accu’s, technieken. Social media is erbij gekomen en de webshop, je moet je assortiment bepalen, de voorraad beheren."
Samenwerken is tegenwoordig een must
Wim Landewé: "Ook de beschikbaarheid is heel belangrijk geworden. Vroeger verkocht je wat je had, tegenwoordig zit daar wel een grens aan. En daarom móet je samenwerken, er is geen ondernemer die dat allemaal alleen kan. Er zijn fietsenmakers die denken ‘ik heb een eigen website, die hou ik wel in de lucht’. Maar dan ben je totaal niet relevant, er is niemand die jou vindt.
Natuurlijk heeft een retailorganisatie niet alleen maar voordelen, maar in het kader van die 11 jongleerballen, is het duidelijk waarom aansluiting bij een retailorganisatie noodzakelijk is.”
Lees verder onder de foto.
Vakmanschap blijft bestaan
Wim voorziet voorlopig een goede toekomst voor de vakhandel: “Ik denk dat het repareren van fietsen een hele belangrijke factor blijft, vandaar ook het karakter van vakmanschap in onze winkel. Het reparatieaanbod groeit elk jaar. Ik weet dat onze leveranciers meer rechtstreeks met onze klanten gaan communiceren, in andere branches is dat allang aan de hand. Maar daar hoef ik niet per se last van te hebben, het ligt eraan wat je er samen over afspreekt. Ik zie het niet als bedreiging: het zorgt ook weer voor nieuwe kansen. Je kunt je vakmanschap tot nog grotere toegevoegde waarde maken. Ik denk dat leveranciers belangrijker worden voor een detaillist maar dat de detaillisten die daartoe in staat zijn ook belangrijker worden voor de leverancier. Want al die fietsen gaan stuk en moeten gerepareerd worden. En daarvoor is vakmanschap nodig.”
Lees verder onder de foto.
Hoe denken Wim en Marian dat de zaak er over zo’n tien jaar uitziet? Wim: “Dan zijn we begin 60. Wellicht jongleren we dan met 17 ballen. Of jongleren we helemaal niet meer. De wereld is de laatste 10 jaar meer veranderd dan de 100 jaar daarvoor en blijft in dit tempo veranderen. De openingstijden verruimen, dat hou je niet tegen. Straks gaan we om 10 uur open en om 8 uur ’s avonds dicht. En zijn we ’s zondags open.” Marian voegt toe: “Het is voor ons in ieder geval erg belangrijk om met mensen te werken die bij ons passen, waar het mee klikt en waardoor het vertrouwd voelt. Die dingen van je over kunnen nemen. Daar hechten we veel waarde aan en daarmee houden we het vast nog wel even vol.”